........ 11 novembre, c'est la commémoration de la signature de l'armistice de 1918.
(Praat hij nooit in de klas?)
De ontkenning 'nooit' bestaat uit twee woorden: 'ne/n' en 'jamais'.
Deze staan rond de persoonsvorm 'parle'.
Dat is in de andere zinnen niet het geval.
Nous prenons le dîner à ........ (kwart voor zeven).
(De boomkrekel, die de hele zomer heeft gezongen,..)
Uit La cigale et la fourmi van Jean de la Fontaine.
........ , ayant chanté tout l'été, ...