Vous ........ (prendre) l'avion pour aller à Marseille?
(De supporters hebben naar een geweldige wedstrijd gekeken.)
Les supporters ........ un match formidable.
C'est quel nombre?
Six cent quatre-vingt-treize.
Aux Pays-Bas, on mange des frites avec de la ........ .
Home
Instellingen
Dagelijkse test
Zelfstandig naamwoord
werkwoorden
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsels
Structuurwoorden
Lidwoorden
Getallen
Voornaamwoorden
Weetwoorden
Spreken
Diversen
Over deze website