10 MEI (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 10-05-2024 zo ingevuld:
Près de 20% des sondés ........ (beweert) avoir du mal à payer la cantine pour leurs enfants.
affirmer
affirmes
affirmaient affirme
Naar aanleiding van een enquête over de armoede. Vertaling: Bijna 20% van de ondervraagden beweert dat ze moeite hebben om de kantinekosten voor hun kinderen te betalen. 'affirment' (beweren) is ook mogelijk. ils affirmaient = zij beweerden tu affirmes = jij beweert affirmer = beweren
Het is 5:15 uur.
Het is 3:52 uur. Het is 15:25 uur.
Het is 20:20 uur.
Om de tijd aan te geven gebruiken we 'il est' bijvoorbeeld: il est deux heures. Minuten vóór het uur: 'moins cinq', 'moins vingt'. Minuten na het uur: 'deux heures cinq', 'deux heures vingt-cinq'.
Je ne sais pas encore.
Je ne fais rien.
Je ne peux pas.
Je ne veux plus.
In de spreektaal wordt 'ne'vaak weggelaten en wordt het je sais pas. Je ne fais rien. = Ik doe niets. Je ne peux pas. = Ik kan niet. Je ne veux plus. = Ik wil niet meer.