een vlieger een zweefvlucht een pasteitje een diefstal
een vlieger = un cerf-volant (letterlijk 'vliegend hert') een vliegend hert (insect) = un lucane, un cerf-volant een zweefvlucht = un vol plané een diefstal = un vol
Ook wordt wel 'bouchée à la reine' (koninginnenhapje) gebruikt voor een pasteitje.
Daar is mijn vader die een krant leest. Daar is mijn vader met de krant. Daar is de krant die mijn vader gelezen heeft. Mijn vader heeft een krant.
'Qui' slaat terug op 'vader'. 'Lit' komt van het werkwoord lire(lezen). hij heeft gelezen = il a lu Daar is de krant die mijn vader gelezen heeft = voilà le journal que mon père a lu Daar is mijn vader met de krant = voilà mon père avec le journal Mijn vader heeft een krant = mon père a un journal