(Wij drinken wijn.)
Nous ........ du vin.
boivons en boissons zijn geen werkwoordsvormen.
boissons = dranken (zelfstandig naamwoord)
boire = drinken (infinitief)
Les magasins ........ les portes.
(We lezen de tekst op de twaalfde bladzijde.)
Nous lisons le texte à la ........ page.
Dit bord staat bij een terras dat bij een bakkerij hoort.
Wat betekent de tekst?

les achats en boulangerie = de aankopen in de bakkerij
tolérer = toestaan. 'Ne sont pas tolérés' = worden niet toegestaan / geaccepteerd.