Na een woord dat een hoeveelheid aangeeft (beaucoup, un kilo, un verre etc.) komt het verbindingswoord 'de': beaucoup de vin, un kilo de tomates, un verre d'eau. Hier komt het bijvoeglijk naamwoord (de kleur 'rouge')achter het zelfstandig naamwoord zoals meestal het geval is.
Les ........ (inwoners) de Madagascar s'appellent les Malgaches.
habitants inhabitants habits habitués
habiter = wonen un habitant = een inwoner 'un habitué' is vertrouwd met een bepaalde situatie, is er aan gewend; s'habituer à = wennen aan les habits = de kleren 'inhabitants' is geen Frans woord, wel Engels