Zie ook de pagina geslacht zelfst. nw..

l'accueil = de ontvangst; heeft niets met slapen te maken.
le songe, le rêve = de droom
le cauchemar = de nachtmerrie

Zie ook de pagina idioom.

De regel is dat als je iemands beroep noemt er geen lidwoord vóór komt: mon grand-père était boulanger = mijn opa was bakker. Als er echter iets aan de beroepsnaam wordt toegevoegd, bijvoorbeeld een bijvoeglijk naamwoord, dan is een lidwoord verplicht, zoals in de zin 'ma grand-mère était une actrice célèbre'.
Eventueel zou voor 'assistant' ook het lidwoord l' kunnen staan.

Zie ook de pagina onbepaald lidwoord.

Zou het geen tijd worden dat Piet eindelijk leert zelf de band van zijn fiets te repareren?
Alleen 'apprenne' (van apprendre, leren) past hier. Het is de subjonctif van 'apprendre'.
inciter à = aanzetten tot
tarder à = talmen met, aarzelen om..
viser à = mikken op, van plan zijn

Zie ook de pagina aanvoegende wijs (subjonctif).