MOB-versie | Naar grote versie


'en' en 'y'

 

'en' (er, ervan, erover)

vervangt de, du, de la, des + een zelfstandig naamwoord (voor plaatsen en dingen).

 

 

'y' (er, erheen, erop, eraan)

vervangt een voorzetsel (zoals bijv. à, dans, sur, etc.) + een zelfstandig naamwoord (voor plaatsen en dingen).

Dus alle voorzetsels behalve 'de '. 

 

'En' en 'y' worden nooit gebruikt voor personen.
Een compleet overzicht staat hier: https://www.studocu.com/nl-be/document/universiteit-antwerpen/franse-grammatica/en-en-y-uitleg-bij-gebruik-van-en-en-y-in-het-frans/7534206

 

Waar zet je deze voornaamwoorden in de zin?

Ze staan vóór een vervoegde werkwoordsvorm (persoonsvorm) of voor een heel werkwoord (infinitief).

Bijvoorbeeld:

  • Tu achètes du jambon?
    Oui, j'en achète.
  • Vous avez parlé de cette histoire?
    Oui, nous en avons parlé.
  • Tu restes à Paris?
    Oui, j'y reste.
  • Ils vont venir au restaurant?
    Oui, ils vont y venir.
  • Je peux compter sur ton aide?
    Oui, tu peux y compter.